Een vrachtwagen met gesloten laadklep
remt af bij de strandafgang. Vanuit de
laadruimte klinkt gejoel. Hoofden, armen
steken boven de klep uit. Geschreeuw.
Ze willen eruit.
Wat is hier aan de hand?
Worden vluchtelingen afgevoerd?
Terug over zee naar hun land van herkomst?
Langs de kust is geen boot te zien.
Deze mensen de branding injagen is onmenselijk.
De wind is snoeikoud.
De regen prikt als fijn zand in je gezicht.
De vrachtwagen is gestopt. De laadklep zakt
langzaam omlaag. Mannen, vrouwen, een enkel kind,
allen gekleed in zwemtenue springen, onder vrolijk
geschreeuw, uit de vrachtwagen. In polonaisegang,
“allééééé allé allé allé alléééééé”, handen op elkaars
schouders, marcheren ze naar het strand.
Enthousiast springen zij in de grijze golvende en
kolkende branding. Hun vreugdekreten zijn nauwelijks
hoorbaar in de gierende wind. Wie zijn deze badgasten
op nieuwjaarsdag?
Is dit het jaarlijkse personeelsuitje van
de “Egmondse Masochisten Vereniging”?
De zwemmers hebben het water verlaten. Opgewekt
groeten zij links en rechts bekenden, die zich tegen
regen en wind met regenpak en paraplu proberen te
beschermen. In vrolijke ganzenpas keren ze terug
naar de vrachtwagen. Voordat de laadklep omhoog
gaat, worden de omstanders bedankt voor hun
aanwezigheid in deze barre weersomstandigheden.
De vrachtwagen vertrekt. In de laadruimte worden
vrolijke liedjes gezongen.
Het wordt vast een héél bijzonder jaar.
Bron: Kees Oosterbaan www.kolaria.nl