Breveteisen 3*-duiker (volgens de NOB)
De 3*-duiker wordt in de Engelse benaming aangeduid als Dive Master. Dit is een internationaal bekende benaming, waarvan de bevoegdheden aansluiten bij wat de NOB-3*-duiker in zijn opleiding heeft geleerd.
Brevetdoelstellingen
De 3*-duiker wordt opgeleid als ‘begeleidend duiker’. Hij leert in het onderdeel Redden hoe hij moet reageren bij een duikongeval. Ook leert hij hoe hij duikers in opleiding kan begeleiden door duiktechnieken met hen te oefenen.
Tenslotte worden in de 3*-duikopleiding recente inzichten in de decompressietheorie aangeboden. Ook de 3*-duiker duikt binnen de nultijden.
Begeleiden van duikers
Als de 3*-duiker een duiker in opleiding begeleidt, gelden de volgende regels: – hij leert geen nieuwe vaardigheden aan; dat is voorbehouden aan instructeurs;
– hij oefent vaardigheden in het buitenwater die de 2*-duiker in opleiding al eens met zijn instructeur heeft gedaan; – hij voert de oefeningen altijd uit in overleg met de instructeur / hoofdtrainer; – hij mag geen vaardigheden in het buitenwater oefenen met duikers die in opleiding zijn voor het 1*-duikbrevet: duikers die nog niet over een brevet beschikken, moeten in het buitenwater altijd worden begeleid door een 2*-instructeur. Er is één uitzondering op deze regel. De 3*-duiker mag een 1*-duiker-in-opleiding in buitenwater begeleiden tijdens een ‘funduik’, of in plat Nederlands, simpel onder water rondzwemmen voor het plezier en het opdoen van ervaring. Deze bevoegdheid geldt niet voor de eerste buitenwaterduik, omdat het hier om een nieuwe ervaring gaat. Het zal dus gelden vanaf de tweede buitenwaterduik.
De eisen met betrekking tot brevettering en begeleiding hangen dus af van het soort buitenwaterduik. We onderscheiden drie soorten: 1. de opleidingsduik: hierin wordt een nieuwe vaardigheid aangeleerd. Dit gebeurt altijd door de 2*-instructeur. 2. de georganiseerde (club)duik: hieraan nemen alleen duikers mee die beschikken over de vereiste brevet(ten) en ervaring. De 3*-duiker heeft hier de rol van coördinator. 3. de begeleide duik: tijdens een begeleide duik kan een 3*-duiker een duiker in opleiding begeleiden die nog niet over het juiste brevet beschikt, maar al wel over tenminste eenmaal ervaring (met zijn 2*-instructeur). De 3*-duiker is hier begeleider en leidend duiker.
De 3*-duiker staat in een opleidingssituatie altijd onder verantwoordelijkheid van een 2*-instructeur. Deze is op de locatie aanwezig. Een 3*-duiker die een begeleide duik maakt met een 2*-duiker in opleiding (bijvoorbeeld een tweede nachtduik nadat de eerste nachtduik met een 2*-instructeur gedaan is) staat ook onder verantwoordelijkheid van een 2*-instructeur. In dit geval hoeft de instructeur niet op de locatie aanwezig te zijn.
Duikervaring
Voordat het 3*-duikbrevet kan worden aangevraagd, moet hij in totaal minimaal 60 duiken hebben gemaakt. De duiken uit zijn vorige opleiding tellen hierbij mee, evenals de duiken die hij maakt in het kader van zijn opleiding. Tevens moet hij beschikken over de specialisatie Redden.
Let op: Met ingang van 1 juli 2011 is het niet langer mogelijk om de reanimatievaardigheden via de specialisatie Redden te behalen. Vanaf die datum is het dan ook verplicht om een reanimatiediploma te behalen via DAN, het Oranje Kruis, de Hartstichting of PADI-EFR.
Ingangsniveau
Om deel te kunnen nemen aan de opleiding tot 3*-duiker moet hij:
- lid zijn van de NOB;
- minimaal 18 jaar zijn;
- beschikken over het 2*-duikbrevet of een gelijkwaardig ander brevet.
Vervolgopleiding
Een 3*-duiker staat voor de keuze of hij zich verder gaat specialiseren in het duiken óf dat hij kiest voor de instructiekant: de opleiding tot 1*-instructeur. Hij kan het natuurlijk ook allebei doen.